top of page
Jac van den Boogard
PHOTO-2024-07-03-20-49-52 2.jpg

TOESPRAAK BESTUURSWISSEL 1 JULI 2024

Beste mensen,

 

Daar sta je/ik dan: nieuwbakken voorzitter van Past Rotary Club Jekerdal met die fraaie keten om de nek. En dan te bedenken dat ik Rotarian ben geworden tegen wil en dank!

Dat nu, is een verhaal dat ik u niet wil onthouden tot goed begrip van wie jullie gevraagd hebben het komend jaar als voorzitter van deze club te functioneren…. weet wie je in huis hebt gehaald! U weet dat ik een boekenvak heb en drie boeken spelen in mijn toespraak een rol.

 

Een klein stukje geschiedenis. In de jaren ’80 en ’90 gaf ik heel veel kunstcursussen aan Rotarydames met wie ik vaak op stap ging naar een museum of een expositie. Als we aan het einde van zo’n dagexcursie in Maastricht arriveerden – dat wist ik tevoren – volgde steevast de hamvraag: wil je geen lid worden van onze Rotaryclub? Mijn antwoord stond vast: wat moet ik als simpele kunsthistoricus in hemelsnaam in zo’n club van welgestelde fabrieksdirecteuren, accountants, managers, medisch specialisten noem maar op.

 

In 1998 vroeg kunstenares en goede vriendin Desirée Tonnaer mij de catalogus (boek 1) te schrijven voor een grote Rotary Kunstveiling en toen maakte ik kennis met een aantal van de toen nog ‘jonge honden’ van die club. En dat viel after all alleszins mee!
Die Rotaryclub (Maastricht-Geuldal) was inderdaad goeddeels een club van gezapige, tamelijk arrogante welgestelden, hogelijk gewaardeerde liberale mannen van middelbare leeftijd, die ongetwijfeld belangrijke bijdragen aan de Limburgse samenleving gaven en zich daarvan ook terdege bewust waren. De club onderscheidde zich in één bijzonder aspect van de toenmalige twee andere Maastrichtse Rotaryclubs: na ampel beraad mochten vrouwen er lid van worden. Dat was een revolutionair besluit….. en Desiree Tonnaer was het eerste dameslid van deze club. Wat had ik in die club als ‘nette rooie rakker’ te zoeken. Niets dus!   

Maar… die catalogus, dat boek dat ik voor de Rotary had samengesteld, was aanleiding mij opnieuw te vragen lid te worden en dit keer had ik geen excuus om dat te weigeren. 

Mijn Marion was behoorlijk sceptisch, toen ik haar dat vertelde: wat moet jij daar als ‘rooie’ bij zo’n elitair rechts clubje. Als je geballoteerd wordt, pas op mannetje, want ik trek mijn oudste kleren aan en ik neem mijn breiwerkje mee. Nou, jullie snappen, dat was niet erg motiverend om nou meteen spontaan ‘ja’ te zeggen. 

 

Ik heb Desiree gezegd: ik kom omdat ik door jou als Rotary-vrouw ben gevraagd want een club waar mijn vrouw niet welkom is, daar heb ik niets mee.  Ik kom drie keer ‘snuffelen’ zoals dat toen werd genoemd. Bevalt dat, dan treed ik graag toe onder één voorwaarde: ik wil eerst eens aankijken of dit wel iets voor me is. Daarom geef ik me een jaar om de club te leren kennen….  en ik ben 20 jaar lid gebleven!

 

Het was toen nog usance om netjes - jasje dasje is nog steeds de dresscode - naar de Rotary te gaan. Dat was (en is) niet mijn stijl; na de ‘declaration of the tie’ van Prins Claus heb ik me gezworen liefst nooit meer een stropdas te dragen en daar werd ik ook op aangesproken. Maar ik ben altijd mezelf gebleven…het was take it or leave it en gaandeweg de tijd verschenen de eerste spijkerbroeken, polo’s en sneakers in beeld ook bij die Rotaryconservatievelingen en verdween de stropdas.

 

Nu vraag ik me weleens af: waarom ben ik twee decennia lid gebleven van die club? En ik weet het antwoord nu. Natuurlijk ging ik er sceptisch en bevooroordeeld ‘in’, wat moest ik als eenvoudige 'alfa' daar in hemelsnaam? En natuurlijk was het niet makkelijk een plekje in die club te vergaren. Ik voelde me er (eerlijk gezegd) aanvankelijk totaal niet op mijn gemak, maar daar waren ook hartelijke jongere leden die mijn lidmaatschap zeer waardeerden. Dat is de reden dat ik twintig jaar lid ben gebleven van Rotary Maastricht-Geuldal. 

 

Wat was voor mij de essentie van dat langjarig lidmaatschap? De ontmoeting met mensen die nou eens niet uit mijn eigen historisch, culturele kunstcirkeltje kwamen. Ik heb kennis gemaakt met allerlei mensen uit vakgebieden, die helemaal niet de mijne waren. En al die belangrijke ceo’s bleken na verloop van tijd eigenlijk best wel mee te vallen, als ze eenmaal door hadden dat ik nooit een te grote broek aantrok en gewoon bij mezelf bleef. 

 

In september 2019 nam ik afscheid van die bewuste Rotaryclub en daags daarna ontmoette ik Armand Cremers en Jeanne in de schouwburg. Natuurlijk kwam mijn Rotaryafscheid ter sprake en -u snapt het- zo geraakte ik in deze Past Rotary Club en ik voel me als een vis in deze vijver, waarin ik al snel als programmacommissaris werd gevraagd en vervolgens door Arno als inkomend voorzitter en dat is zo eervol, dat je dat natuurlijk niet weigert, al heb ik Arno ook meteen duidelijk gemaakt absoluut geen bestuurder te zijn. 

 

Zo kan zo’n balletje dus rollen!

 

Ik ben blij van start te gaan met dit voorzitterschap met een tof bestuur, dat ik graag even met name wil noemen: we gaan afscheid nemen uit het bestuur van Armand, als zeer accuraat bestuurslid en degene die zeer nauwgezet de attendance bijhoudt en die data zelfs in percentages weet uit te drukken. Wat was het jammer dat jij vorig jaar op de dag van de bestuurswissel geveld werd door een zeer vervelende en pijnlijke aandoening, zodat je niet bij je eigen afscheidsfeestje kon zijn en ook niet live de laudatio door Arno hebt gehoord. Ik vind dat Armand ter compensatie zonder meer een daverend applaus verdient.

 

Onze programmacommissaris Guus van Leeuwen is er niet bij vandaag, maar hij heeft me verzekerd dat hij zoveel schik in het programma bedenken heeft, dat hij dat met veel plezier nogmaals een jaar wil doen. Hij was vorig jaar mijn opvolger als programmacommissaris; aanvankelijk enigszins schoorvoetend vragen op mij afvurend over zijn taak, groeide hij duidelijk in zijn rol in het voorbije jaar, vond zijn geheel eigen stijl (ik regelde alles met onze sprekers per email, Guus doet dat per telefoon) en vervatte die in zijn convocaties ook op zijn eigen persoonlijk wijze, waarvoor heel veel dank.

 

Onze gewaardeerde penningmeester Theo heeft toegezegd nog een jaar in het bestuur te blijven; wat ik persoonlijk erg in Theo waardeer, is de akribie waarmee hij zijn taak vervult. Uiteraard verdient hij daarvoor een vet applaus.

 

Wat zou dit nieuwe bestuursjaar een fiasco worden, als onze onvolprezen secretaris Leo de pijp aan Maarten had gegeven; gelukkig doet hij dat niet en dat is perfect. Je kunt op Leo altijd een beroep doen en natuurlijk verdient ook hij daarvoor een applausje. 

 

 

Als voorzitter moet je je opvolging veiligstellen door een inkomend voorzitter te kiezen.

Daarover hoefde ik geen twee keer na te denken: mijn keus viel op Fernand en ik was heel blij dat hij spontaan ‘ja’ zei. En nu kom ik te spreken over boek 2. Heel wat jaren geleden (2009) maakte ik deel uit van een schrijverscollectief, dat een uniek boek heeft samengesteld onder de bezielende en enthousiaste leiding en eindredactie van Fernand rond een thema dat hem als consul van Luxemburg na aan het hart ligt: Luxemburg Limburg. Verwantschap zonder grenzen. Onze samenwerking bij deze boekproductie was geweldig en het was ook nog eens heel erg fijn om te doen en dat is des te leuker, omdat het lijvige boek geweldig goed is ontvangen en positief gerecenseerd. En wie had anders verwacht… Fernand en Luxemburg is als goede wijn: behoeft geen krans. Ik ben ervan overtuigd, Fernand, dat dit een perfect PRCjaar gaat worden.

 

Arno, juist voorzitter af, blijft in het bestuur als uittredend voorzitter. Daarover dadelijk meer. 

 

Wat het nieuwe voorzittersjaar ons cq mij gaat brengen, dat staat in de sterren geschreven, maar een klein tipje van de sluier kan ik optillen. Tijdens mijn eerste bijeenkomst als voorzitter krijgt Desiree Tonnaer ruim baan om haar werk toe te lichten. En u zult nu, na mijn inleidende verhaaltje begrijpen dat Desiree’s bezoek aan onze club voor mij ook een beetje symbolisch is.

 

Voorts heb ik samen met Guus van Leeuwen een videopresentatie voorbereid over de Polygoonjournaals uit de Tweede Wereldoorlog. Helaas moest ik die presentatie enkele weken geleden noodgedwongen cancellen, maar half augustus gaan wij samen deze presentatie alsnog doen, dus: komt allen, want het is – al zeg ik het zelf – een bijzondere presentatie zeker in het licht van het salonfähig maken van extreem rechts in Den Haag anno 2024.

 

Tenslotte heb ik contact met de voorzitter van de tweede Past Rotary Club Maastricht om in het komende najaar een gezamenlijk evenement cq bijeenkomst te organiseren.

 

Tot slot - last but not least – wil ik het woord richten tot onze scheidend voorzitter Arno en dat brengt mij bij boek 3; dat boek vernoem ik niet alleen, ik heb het ook meegenomen en het ligt hier voor me en het is mijn persoonlijke attentie voor jou. 

 

Ik heb jou, Arno, leren kennen als een soort coach verleden jaar, terwijl ik programma- commissaris was en plots geopereerd moest worden en een heupprothese kreeg. Daardoor was ik zo’n drie maanden uit de running. Arno bezocht me regelmatig met altijd een smakelijke versnapering voor bij de koffie en verhalen over het clubgebeuren, laconiek en met jou heel speciale eigen gevoel voor humor. We namen altijd het voorgenomen programma door en dat wat het toekomend programma zou brengen. Het gaf me het gevoel niet helemaal nutteloos te zijn als programmacommissaris in die maanden.

 

Je vroeg me vorig jaar als inkomend voorzitter, dat is heel eervol en daarom sta ik nu hier te oreren als juist benoemde voorzitter voor het bestuursjaar 24-25. Precies twintig jaar geleden

in het seizoen 2004-2005 was ik ook voorzitter van de Rotaryclub Maastricht-Geuldal; wonderlijk toch hoe l’histoire se repète.  Gelukkig blijf je nog een jaar deel uitmaken van het bestuur en mag ik nog dankbaar gebruik maken van je adviezen, want ik ben geen geboren bestuurder. 

Voorts heb ik jou en Marijke beter leren kennen als fijne reisgenoten tijdens onze reis naar Santiago de Compostela, evenals Guus en Mariëtte en Armand en Jeanne. Ik denk nog steeds 

met heel veel goede herinneringen terug aan die reis, aan de mooie dingen, die we hebben gezien maar vooral ook aan de lol en  het plezier in de bus op weg naar Jacobus in het verre Spaanse Galicië. 

 

Voor jou Arno, is deze dag niet alleen memorabel omdat je de voorzittershamer aan mij doorgeeft, maar ook omdat je vandaag je 79e levensjaar afsluit en morgen acht kruisjes achter je naam mag zetten. Laat mij de eerste zijn, die je met het bereiken van die leeftijd van harte mag feliciteren en ik vind: waarom wachten met je toe te zingen voor je verjaardag? … 

lang zal hij leven.

 

Bij een verjaardag en tevens een afscheid als voorzitter hoort een cadeautje en dat cadeautje is een persoonlijk geschenk voor jou, waar een verhaal bij hoort. Je weet dat ik als kunsthistoricus een ‘boeken’vak heb. Honderden boeken gedurende een lang werkzaam leven verzameld, staan in ons huis opgeslagen. Maar…

na mijn 65e besloot ik te gaan ‘ont’boeken en dat valt me zwaar, want aan elk boek zitten herinneringen en verhalen vast. Ik heb tenslotte een methode gevonden om mijn boeken een tweede leven te geven. Natuurlijk heb ik al een paar boekenvrachten naar Boeken voor Mensen gebracht, maar als ik een persoonlijk cadeau wil geven aan een jarige of zoals nu aan jou als scheidend voorzitter, ga ik voor mijn boekenkast staan en stel mezelf de vraag: welk boek uit mijn collectie zou passen bij de feesteling?

 

Ik heb voor jou uit mijn bibliotheek dit boek meegenomen: Geteeckend tot Maestricht

Het is een bijzondere publicatie met een eigen verhaal. 

Het boek verscheen ter gelegenheid van de eerste Eurotop in Maastricht in 1981. Dat was de eerste keer dat Maastricht werd geprofileerd als Europese stad, beter als de meest Europese stad van Nederland. Toen in de herfst van het voorafgaande jaar 1980 eenmaal vaststond dat Van Agt de Eurotop aan Maastricht wilde gunnen (en zijn Maastrichtse echtgenote Eugenie Krekelberg heeft zonder twijfel een rol in die besluitvorming gespeeld), vroeg de toenmalige wethouder van cultuur Michel Debats (die zich overigens altijd voorstelde als Michel Deebats vanwege de connotatie van zijn achternaam met wat we gebruikelijk een ‘achterwerk’ noemen (netjes uitgedrukt toch?) Enfin, die wethouder dus vroeg aan de toentertijd  kersverse stadsarchivaris Toon Jenniskens: ‘Denk eens na over  een mooi fotoboek over Maastricht, dat we bij die Eurotop aan de regeringsleiders en hun ‘aanhang’ kunnen overhandigen.’ Toon ging daarop in conclaaf met de ‘chef archief’ Jan Koreman. Tja een fotoboek…nou nee, dat kon eigenlijk niet meer, want dan zouden daarin hoogstens herfst- en winterfoto’s van de stad staan, want de publicatie moest in maart 1981 gereed zijn. De twee waren er al snel uit: waarom niet een ‘tijdloos’ boek gemaakt, waarin alle prenten over de stad van ‘all over the world’? Samen togen Toon en Jan naar het college van burgemeester en wethouders, waar ze er een waar genoegen in schepten al de voorstellen van B&W (dat fotoboek dus) de grond in te boren, totdat zich een zekere radeloosheid van burgemeester Baeten had meester gemaakt.  Toon riep tenslotte: ‘Zullen we het dan maar zo doen?’ terwijl hij een forse archiefdoos op tafel zette met de kartons van een groot aantal prenten van Maastricht. Het hele college van B&W was met stomheid geslagen. Wethouder Toon Dols riep: ‘Zijn jullie al klaar? Wat moeten wij dan nog beslissen?’ Nou d’r was nog genoeg te beslissen… een meertalige uitgave of alleen Nederlandstalig, vormgeving, papier, formaat, oplage etc. Fotograaf en vormgever Karel van Straten (juist ja, die van de bekende DSMkalenders) ging van start en de KNP (thans SAPPI) leverde (dat konden ze toen nog, nu niet meer) heel speciaal papier en het moet gezegd: dit boek is hét meesterwerk van Jan Koreman. Het boek zou gedrukt worden door de bekende Maastrichtse uitgever en drukker Boosten-Stols en gaandeweg het productieproces meldde directeur Lhoest van Boosten met hangende pootjes dat de kosten meer dan een 30% dan geraamd uitvielen. Het college schold hem de huid vol en beweerde dat het eenmaal goedgekeurde budget onder geen beding zou worden verhoogd. De arme beklagenswaardige Lhoest was één hoopje ellende. Hij heeft toen niet verteld dat zijn drukkerij op de rand van faillissement verkeerde. Enkele weken later heeft hij zelfmoord gepleegd.

 

Na de Eurotop werd het boek als representatiegeschenk aan voorname bezoekers van de stad overhandigd en als wethouders ergens officieel op bezoek gingen, ging er meestal een  exemplaar mee. 

 

Het boek is inmiddels een collectorsitem geworden en dit exemplaar is mijn persoonlijke cadeautje voor jou, Arno.

 

Dank voor uw aandacht.

Contact
bottom of page